Interview met emeritus hoogleraar Nanne de Vries: naamsverandering Hooglerarenfonds
Op 10 april 2024 werd het Hooglerarenfonds officieel omgedoopt tot het Nanne de Vries Hooglerarenfonds. In een exclusief interview met het UFL deelt Nanne de Vries inzichten over de ontstaansgeschiedenis, de toekomst en zijn persoonlijke drijfveren met betrekking tot het fonds dat nu zijn naam draagt. “In 2013 begonnen Piet Eichholtz en ik met een simpele vraag aan onze collega’s: willen jullie een deel van jullie vergoedingen doneren aan het Universiteitsfonds Limburg?” De Vries herinnert zich hoe de motiverende respons van de UM-gemeenschap het begin van het fonds markeerde.
Ondersteuning van de volgende generatie wetenschappers
Sinds de oprichting heeft het fonds zich ingezet om talentvolle jonge academici te ondersteunen bij hun onderzoek en studies. Dit omvat bijvoorbeeld financiering voor studenten die hun thesis willen omvormen naar een wetenschappelijke publicatie of hun netwerk willen vergroten door een bezoek aan een buitenlandse universiteit. Jaarlijks reikt het fonds ook de proefschriftprijs uit voor de beste dissertatie.
Teruggeven aan jong wetenschappelijk talent
Volgens De Vries is ondersteuning van jonge wetenschappers cruciaal omdat gevestigde onderzoekers vaak voldoende financiën tot hun beschikking hebben om hun onderzoek te ontwikkelen: “Hoogleraren krijgen vaak geld voor lezingen of televisieoptredens,” legt hij uit. “Dat geld kun je op jouw privérekening storten – al doet bijna niemand dat – of op de rekening van de faculteit, maar je kunt het ook aan een goed doel zoals het hooglerarenfonds geven”. Hij illustreert met een snelle berekening hoe bijdragen van €1000 euro per jaar per hoogleraar kunnen oplopen tot bijna 4 ton, bestemd voor het ontwikkelen van academisch talent en nieuw onderzoek.
“Als iedereen een klein deel geeft, kunnen we grote dingen bereiken voor onze jonge wetenschappers.” – Nanne de Vries
Inzet voor fonds en UM community
Ondanks zijn recente pensionering, blijft De Vries actief betrokken bij het fonds. “Hoewel ik nu een stapje terug doe, blijf ik verbonden met het fonds en de academische gemeenschap,” verklaart hij. Naar eigen zeggen omdat hij zich “sowieso graag overal mee bemoeit”. En, omdat hij er plezier in heeft. Bovendien, zo benadrukt hij: “mijn sociale netwerk bestaat grotendeels uit UM-medewerkers”.
De Vries kreeg afgelopen jaar zowel de Tans Penning als de MUMC+ award voor zijn inzet bij beide instellingen. Al sprak de echte waardering volgens de Vries uit de aanwezigheid van maar liefst 108 hoogleraren tijdens zijn afscheidsrede: “dat was gewoon heel mooi. En niet alleen van mijn eigen faculteit hè! Die zien binnenkomen in die jurken, dat maakte mij nou trots”.
Een betrokken persoonlijkheid
Betrokken blijft De Vries dus, ook al werd afgelopen jaar bij hem uitgezaaide longkanker vastgesteld. “Het gaat goed met mij,” vertelt De Vries. Het is ook niets voor hem om stil te zitten. Hij zetelde in het bestuur van het MUMC+, was hockeycoach, hield zich bezig met diversiteit en inclusie op de universiteit. Tegenwoordig vind je hem in de zomer achter de kassa bij het openluchtzwembad in Meerssen: “Ik kan best een uurtje per week missen en dan blijft dat een beetje bestaan.”
Oproep aan collega’s en visie voor de toekomst
De Vries gebruikt dit interview om alle (emeritus) hoogleraren op te roepen om bij te dragen aan het fonds. “Als iedereen een klein deel geeft, kunnen we grote dingen bereiken voor onze jonge wetenschappers,” motiveert hij zijn collega’s. Hij benadrukt dat de naamsverandering meer is dan alleen een symbolische geste; het is een vernieuwing van de belofte om jong wetenschappelijk talent aan de Universiteit Maastricht te blijven ondersteunen.
Ook geeft hij aan dat het niet zijn idee was om het fonds naar hem te vernoemen; “benoem wel in het interview dat het niet mijn idee was, ik werd overtuigd door de directeur van het Universiteitsfonds!”