Universitair docent Annemieke Klijn schreef een interessant verslag over de belangrijke rol van het Universiteitsfonds Limburg/SWOL bij de oprichting van de Rijkuniversiteit Limburg (nu Universiteit Maastricht). Met haar toestemming presenteren we het verslag graag aan u, verdeeld over zes korte hoofdstukken. Dit is het zesde en laatste deel. Lees hier hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5.

 

Een nieuwe rol voor de SWOL…

‘‘Voor de SWOL brak een nieuwe fase aan. Zij had haar taak als lobbyorganisatie om een universiteit in Limburg binnen te halen met succes volbracht. Maar, wat werd haar raison d’être nu? De SWOL wierp zich in eerste instantie op als gesprekspartner van de Commissie Voorbereiding Achtste Medische Faculteit. Doel werd het met raad en daad ondersteunen van de achtste medische faculteit in wording ‘in het kader van een te stichten universiteit’. Zo stond de SWOL financieel garant voor de 50 ‘cursisten’ die in 1974 met de studie geneeskunde studie begonnen. Dezen mochten zich niet officieel studenten noemen, omdat de medische faculteit als experiment begon, dus zonder wettelijk basis. Na de officiële oprichting van de Rijksuniversiteit Limburg in 1976 besloot de SWOL zich als universiteitsfonds op te stellen: zij richtte zich primair op de verdere uitbouw van de universiteit. Zo riep zij in 1978 de dr. Tans wisselleerstoel in voor ‘de methodiek van het onderwijs in de gezondheidszorg’. De SWOL, inmiddels Universiteitsfonds Limburg/SWOL geheten, bleef het oorspronkelijke uitgangspunt trouw door enerzijds de wisselwerking van de universiteit en het maatschappelijk leven in Limburg en anderzijds de internationale oriëntatie te stimuleren.”

 

Tekst: Annemieke Klijn (universitair docent & curator Art and Heritage Committee, Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen, Universiteit Maastricht)
Beeld: Opening Rijksuniversiteit Limburg op 9-1-1976 met v.l.n.r. Fons Baeten, koningin Juliana en Charles van Rooy, fotograaf: Jos Nelissen