De Maastrichtse Ylana Sour (19) wist al halverwege de middelbare school dat ze later kinderarts wil worden. “Toen ik zelf een jaar of drie/vier was, had ik een slechte ervaring met een arts. Ik hoop later als arts te laten zien dat het ook anders kan. Zo wil ik het verschil maken in de Limburgse gezondheidszorg.” Ylana zit nu in het eerste jaar van de studie Geneeskunde. Dankzij De Stichting De Ridder-beurs kreeg ze de kans om als allereerste binnen haar familie te studeren. “Als je erover nadenkt, is dat wel bijzonder. ‘Eindelijk iemand die dokter wordt’, roept mijn moeder dagelijks.” 

Dokter in wording

Ylana startte haar middelbareschooltijd in een havo-brugklas, maar een docent merkte aan haar cijfers dat ze meer aankon. Ze stroomde door naar 2vwo. “Vanaf dat moment wist ik zeker dat ik naar de universiteit wilde gaan”, vertelt Ylana. “Toen we ons gingen verdiepen in vervolgstudies, kwam ik steeds uit bij de gezondheidszorg. Een week voor de start van het studiejaar kreeg ik te horen dat ik was ingeloot voor Geneeskunde. Heel blij was ik! Ik zie mezelf ook niets anders worden dan arts.”

Ylana werkt – los van haar studie – al zo’n anderhalf jaar bij verzorgingstehuis Envida in Maastricht. Daar werkt ze op de afdeling met mensen die naast dementie of Alzheimer ook een psychische stoornis hebben. Ze vertelt: “Het is best heftig soms, maar ik kan het werk goed achter me laten als ik naar huis ga. Mijn werk bij Envida liet me nog meer inzien dat een carrière in de zorg bij me past. Ik hoop na mijn studie als arts meer te kunnen betekenen voor de gezondheidszorg in de regio.”

De eerste op de universiteit

Dat ze de eerste in haar familie is die studeert, is niet iets waar Ylana dagelijks bij stilstaat. “Maar als je er zo over nadenkt, is het wel bijzonder. Mijn ouders en broer zijn niet naar de universiteit gegaan. Ook van ooms, tantes en neven ken ik niemand die heeft gestudeerd op de universiteit.” Haar ouders zijn zeker trots. “Ze luisteren altijd graag naar wat ik meemaak.” Lachend vertelt Ylana: “Mijn moeder roept dagelijks: ‘Mijn dochter wordt gewoon dokter!’. Dan gaan haar ogen glunderen. Mijn ouders zijn blij dat ik dankzij een beurs deze kans heb gekregen. Het is ook fijn dat ik in de regio kan studeren. Ik woon nu in een appartement in Maastricht, vlak bij mijn ouders. Daardoor kan ik hen nog vaak zien.”

Liever op de achtergrond

De overgang naar de universiteit vond Ylana in het begin wel wennen. “Maar het eerste blok ging heel goed,” vertelt ze trots. Ook moet Ylana soms wennen aan het probleemgestuurd onderwijs. “Ik ben iemand die liever op de achtergrond blijft en naar anderen luistert. Daarom vind ik het weleens lastig om het voortouw te nemen en zelf veel aan het woord te zijn. Vooral in het tweede blok moet ik die drempel vaak over, maar het gaat steeds beter en ik weet ook dat deze onderwijsvorm mij helpt om straks een goede arts te zijn.”

“Ik wil later als kinderarts het verschil maken” – Ylana Sour

Beurs voor eerstegeneratiestudenten

Voordat Ylana aan haar studie begon, meldde ze zich als eerstegeneratiestudent aan voor de Stichting De Ridder-beurs. Ze kon het bijna niet geloven toen ze de beurs toegewezen kreeg. “Ik heb een hele tijd naar mijn telefoon gestaard. Klopt dit wel? Toen belde ik mijn moeder, die ook heel blij was. Ik was zelf vooral opgelucht. Studeren is al spannend genoeg. Nu hoef ik me in elk geval over het financiële vlak niet druk te maken. Ik hoop later iets aan de regio terug te geven door er als kinderarts voor kinderen en gezinnen uit de regio te zijn.”

Tip: doe het niet alleen

Wat Ylana andere studenten wil meegeven? Vooral dat je niet alles alleen hoeft te doen. “Zo vind ik het waardevol om mensen te leren kennen bij de studie. Ik studeer regelmatig met een groepje medestudenten. We leren veel van elkaar.”

Verder heeft Ylana geleerd om waar nodig om hulp te vragen. “Ik ben bang voor bloedprikken en dat is wel een obstakel bij deze studie. Daarom heb ik vanaf het begin aangegeven dat ik dat spannend vind. Nu zoeken we binnen de opleiding samen naar oplossingen. Ik mag bijvoorbeeld eerder beginnen met oefenen, wat de drempel straks minder hoog maakt. Dat liet me inzien: als je hulp nodig hebt, vraag erom! Er zijn altijd mensen die kunnen helpen.”

Tekst: Romy Veul
Fotografie: Joris Hilterman